Het trainen van de fijne motoriek

  • Losmaken van de vingers. Raak met al je vingers één voor één je duim aan. Doe dit eerst met één hand, dan met de andere hand. Probeer het daarna met 2 handen tegelijk.
    In de pen klimmen met je vingers en de pen rondjes laten draaien tussen je vingers.
  •  Piano spelen (echt of net alsof).
  •  Tolletjes laten draaien.
  • Muntje in één hand, met de vingers rond laten draaien, andere hand op je rug.
– Knikkeren.
  • Kleiballetjes maken met 1 hand.
  • Schroefjes en moertjes los en vast laten draaien.
  • Bovenstaande met een schroevendraaier.